In een eerdere post werd het zgn. ‘Yahoo! – arrest’ van 1 december 2015 van het Hof van Cassatie toegelicht.
Een tweede belangrijke test voor de vraag hoe privaat uw sociale media nog zijn was het zogenaamde ‘Skype arrest’ van het Hof van Cassatie van 19 februari 2019 (Cass. 19 februari 2019, P.17.1229.N/1).
In het Skype-arrest kreeg het Hof ( opnieuw : zie vorige blogpost) de vraag of het verplichten van dienstverleners om telecommunicatie of elektronische communicatiegegevens van hun gebruikers over te maken in zover er een territoriale link bestaat tussen de communicatie en het Belgische grondgebied, ook geldt voor het afluisteren van die communicatie (artikel 90quater Sv.).
Dat ging zo:
Tijdens een gerechtelijk onderzoek naar het criminele milieu merkten speurders in 2012 dat hoofdverdachten bewust Skype gebruikten als ze bepaalde zaken met elkaar wilden bespreken. Skype laat iedereen toe om vanaf zijn pc, smartphone of tablet met andere Skypegebruikers kosteloos te praten. Doordat die gesprekken via het internet verlopen, zijn ze nauwelijks op te sporen.
Speurders bij politie en gerecht zijn daardoor afhankelijk van de medewerking van Skype om toegang te krijgen tot bepaalde communicatie van verdachten. De speurders in Mechelen vroegen die toegang aan Skype. Maar het bedrijf deed dat niet, omdat het vindt dat het niet onder de Belgische telecomwet valt. Daarin staat dat aanbieders van telecommunicatie in België mee moeten werken met het gerecht.
Skype zei ook dat het technisch te moeilijk was om speurders mee te laten luisteren met een specifiek gesprek. Wel maakte Skype bepaalde identificatiegegevens van de verdachten over.
Het parket startte toch een onderzoek op tegen Skype wegens overtreding van de telecomwet, en dat mondde uit in een proces. In eerste aanleg tilde de rechtbank zwaar aan de feiten, omdat Skype er bewust voor heeft gekozen om op de Belgische markt voor telecommunicatie actief te zijn en inkomsten te putten uit haar activiteiten in België, maar geen enkele bereidheid toont om ook de verplichtingen die gepaard gaan met haar aanwezigheid in België na te komen ten aanzien van de Belgische justitiële autoriteiten.
Het Hof van Beroep te Antwerpen volgde de rechtbank van eerste aanleg: Skype werd opnieuw veroordeeld omdat zij wel degelijk medewerking verschuldigd was aan de Belgische justitiële autoriteiten. Het Hof stelde dat Skype “ontegenzeggelijk” een telecomprovider is. Dat is volgens het hof zo, omdat de Belgische telecomwet ook “elektronische communicatie” omvat. Kortom: beldiensten aanbieden via het internet valt ook onder telecom.
Ook accepteerde het hof het andere argument van Microsoft niet. Het Amerikaanse bedrijf meende dat de Belgische rechtbank geen jurisdictie heeft omdat de servers en zaken in Luxemburg liggen. Het hof ging ook daar niet in mee omdat de oorsprong van de data in België lag. Om die reden kreeg Skype een boete (van 30.000 euro) en werd het verplicht om de gegevens over te dragen.
Het bedrijf Skype weigerde inderdaad iedere medewerking aan het Belgische gerecht om een gebruiker af te luisteren, en meende men daartoe gerechtigd te zijn om reden dat zij als bedrijf gevestigd is in Luxemburg en ook de technische ondersteuning voor de afluistering vanuit Luxemburg moest gebeuren. Op die manier was skype van mening dat er geen link bestond tussen de communicatie en het Belgische grondgebied. Het stelde een voorziening in cassatie in tegen de veroordeling door het Antwerpse Hof van Beroep.
Het Hof van Cassatie was vrij vernietigend voor deze stelling. Cassatie oordeelde dat er een territoriale link is met België, omdat Skype economisch actief is in België, door het aanbieden van haar communicatiediensten.
Het is dus volgens het Hof van Cassatie absoluut geen vereiste dat de dienstverlener in België een maatschappelijke zetel, infrastructuur of fysieke aanwezigheid heeft.
Ook hier weer neemt het Hof dus een enorm brede interpretatie wat betreft de medewerkingsplicht van spelers op de markt van de sociale media ( net als in het Yahoo!-arrest).
Wettelijk gezien zijn bedrijven, zoals Facebook, verplicht inzage te geven in private communicatiemiddelen in het kader van het strafonderzoek.
Uw sociale media blijken weerom iets minder privaat dan wellicht gedacht …
Overigens is niet alleen Skype een telecommunicatienetwerk. Inmiddels is gebleken dat ook SkypeOut een telecomdienst is en geen internetdienst.
Het Europese Hof van Justitie velde immers een arrest in die zin, waarmee het de Belgische telecomtoezichthouder BIPT gelijk heeft gegeven nadat die had aangespannen tegen Microsoft ( Arrest van het Hof van Justitie (Vierde kamer) van 5 juni 2019 C-142/18).
De uitspraak heeft overigens ook consequenties voor VoIP-aanbieders. De kern van de uitspraak is immers dat Skype aanbiedt om tegen betaling ook vaste en mobiele telefoonnummers te bellen. BIPT beboette Skype in mei 2016 met 223.000 euro omdat het zijn dienst SkypeOut niet had aangemeld.
De Belgische waakhond (BIPT dus) was van mening dat dit een elektronische communicatiedienst is en daarom valt onder de telecomwetgeving inclusief de eisen op het gebied van netwerkwerkveiligheid, gegevensbescherming en toegang tot nooddiensten.
Microsoft hield vol dat Skype en SkypeOut internetdiensten zijn maar het Europees Hof wijst er nu op dat Skype-gebruikers moeten betalen voor een verbinding met vaste en mobiele nummers en dat daarvoor gebruik wordt gemaakt van de diensten van telecomproviders. SkypeOut valt daarom onder de Europese telecomrichtlijn uit 2002.
Het arrest heeft ook als resultaat dat vergelijkbare VoIP-diensten in heel de Europese Unie voortaan dus worden aangemerkt als telecomdiensten. Het arrest heeft expliciet betrekking op het bellen via het internet naar telefoonnummers. VoIP kan ook worden gebruikt om uitsluitend via IP-netwerken te bellen, bijvoorbeeld via WhatsApp en FaceTime. Ook Skype biedt die dienst aan. SkypeOut heeft zich inmiddels geregistreerd in België als telecomdienst ( en de dienst heet intussen Skype to Phone).
Maar wat wanneer uitsluitend via IP-netwerken gebeld wordt ? Toch nog privacy op uw sociale media ?
Wellicht niet, gelet op de Wet van 25.12.2016, die in de artikelen 46bis en 88bis Sv. de term ‘verstrekker van elektronische communicatienetwerken en -diensten’ en in art. 90quater Sv. de term ‘verstrekker van telecommunicatienetwerken en -diensten’ heeft vervangen en een telecomdienst definieert als:
‘iedereen die binnen het Belgisch grondgebied, op welke wijze ook, een dienst beschikbaar stelt of aanbiedt, die bestaat in het overbrengen van signalen via elektronische communicatienetwerken, of er in bestaat gebruikers toe te laten via een elektronisch communicatienetwerk informatie te verkrijgen of te ontvangen of te verspreiden. Hieronder wordt ook de verstrekker van een elektronische communicatiedienst begrepen’.
Men mag dus wel degelijk meelezen (of luisteren), …