Bij de regeling rechtspleging wordt geoordeeld of er voldoende bezwaren bestaan om iemand naar de correctionele rechtbank te verwijzen. Bezwaren maken geen bewijzen uit, doch moeten zij meer zijn dan loutere aanwijzingen van schuld. Deze bezwaren moeten voldoende ernstig zijn, waarbij geoordeeld moet worden dat het waarschijnlijk is dat een veroordeling zal volgen. In deze conclusie wordt aan de hand van rechtspraak omschreven hoe bezwaren geïnterpreteerd moeten worden en waarom geoordeeld zou kunnne worden dat er onvoldoende bezwaren zijn om iemand te verwijzen naar de correctionele rechtbank.