Zowel op nationaal, Europees en internationaal niveau wordt het recht beschermd om op een redelijke termijn berecht te worden. Daarbij is de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens richtinggevend. Welke termijn in concreto gerespecteerd moet worden, is niet bepaald. Daarentegen werden een aantal handvaten aangereikt waarmee rekening gehouden kan worden, zoals de complexiteit van de zaak, de houding van de verdachte, de wijze waarop de zaak door de gerechtelijke overheid behandeld wordt en enkele overige criteria. De houding van de overheid wordt alleszins aanzien als het belangrijkste element om in rekening te nemen. Wanneer de redelijke termijn op dergelijke verregaande wijze werd overschreden en daarmee de bewijsvoering zodanig bemoeilijkt wordt dat de rechten van verdediging geschonden werden, kan de strafvordering onontvankelijk verklaard worden. Anders zal toepassing gemaakt moeten worden van artikel 21ter V.T.Sv. De rechter heeft bij vaststelling van de overschrijding van de redelijke termijn, bijgevolg de mogelijkheid om een eenvoudige schuldigverklaring uit te spreken, dan wel een lagere straf dan het wettelijk minimum.