In deze conclusie werd een basis verdediging uiteen gezet die opgeworpen kan worden, desgevallend het Openbaar Ministerie op basis van artikel 42,3° Sw een verbeurdverklaring vordert. In deze conclusie wordt onder andere verwezen naar relevante rechtsleer en rechtspraak van het Hof van Cassatie en het Grondwettelijk Hof. Daarbij worden een aantal feitelijke en juridische argumenten voorgesteld die opgeworpen kunnen worden. Er wordt onder andere gewezen op de subisidaire aard van de verbeurdverklaring, dat enkel verbeurd verklaard kan worden wat tot een persoonlijk frauduleus voordeelaangroei heeft geleid en zo meer. Als laatste argument wordt gewezen op de matigingsbevoegdheid die de Rechtbank toekomt ingevolge artikel 43bis, laatste lid Sw.